Met kleine oogjes stonden de Keti’s in formatie. Ze werden namelijk om 4 uur gewekt voor een “vieruurtje.” Dit werd echter niet door iedereen geapprecieerd. De meisjes konden niet snel genoeg terug in de tent liggen, maar de jongens sloegen een extra stuk cake zeker niet af.
Na het ontbijt werd de tweede week van de Tour ingezet. Tijdens de ploegentijdrit werd duidelijk dat het slecht gesteld is met het Frans van heel wat van onze leden. Het duurde namelijk een hele tijd voor het Frans volkslied tot bij de eindmeet geraakte. Ook de andere etappes werden weer “gereden.” Rune ging lopen met de bolletjestrui, Daan met de groene en Joran met deze voor het algemeen klassement.
’s Middags smaakte de koekjestaart heerlijk en vertrokken we, met vertraging, richting Weert. Onderweg leek het even of we aan het veldrijden waren. Gelukkig konden we na een tijdje terug genieten van asfalt. Met een serieuze omweg kwamen we om 17 uur aan in Weert.
De leiding was enthousiast en verstopte alle QR-codes in de stad. De leden waren echter ongeïnteresseerd en het enthousiasme was ver te zoeken. Na een kwartiertje kwamen ze terug aan op het centrale punt, maar dit zonder resultaat! Er werd alleen maar geklaagd en gezaagd over eten. Er was dus maar weinig meer mee aan te vangen dus besloten we aan de terugrit te beginnen. De zoveelste lekke band was de zoveelste tegenslag van de dag. Eens op de kampplaats waren de leden weer gelukkig, want er waren belegde broodjes.
Als afsluiter vond er een heuse K3-zangstonde plaats. De leden, maar voornamelijk de leiding, ging volledig uit z’n dak!